Vaatje met een losse stop of prop, inhoud ongeveer 35 liter

Klein vaatje van hout met een losse stop of prop. Het vaatje is opgebouwd uit losse onderdelen en bestaat uit veertien duigen, waarvan er drie nieuw zijn. Ook aan de bodem en deksel zijn twee afzonderlijke nieuwe stukken hout toegevoegd. De kleine losse stop of prop is echt. Dat geldt ook voor de duig met het gat waarin de stop past. De inhoudsmaat is ongeveer 35 liter. Bij een wijnvat was deze inhoudsmaat bekend als de ‘anker’. Dit stond gelijk aan 45 flessen. Vaten werden gebruikt als opslagmateriaal voor onder andere kruit en levensmiddelen zoals water, vlees, bier, gort en erwten. Aan boord van ’t Vliegend Hert werkten een opperkuiper, Jacobus de Grift, en een onderkuiper, Daniel de Volder. Beiden waren vatenmakers afkomstig uit Middelburg en hoorden bij de ambachtslieden aan boord. Zij zorgden voor het onderhoud van de vaten. Vondst uit VOC-scheepswrak ‘t Vliegend Hert, gezonken in 1735. Te zien in de vaste presentatie Ga mee naar zee, ruimte Bepakken en bemannen.

Dit object is in 1993 opgedoken; met vondstnummer 93A0093 (onderdeel 18).

Locatie

B1A

Objectnaam

voorraadvat

Datum

1993

Informatie

Hoogte

31.5 cm

Diameter

22 cm

Gewicht

565 gram

Materiaal

hout

Objectnummer

MMZ7715

Vondstnummer

93A0093

Locatie

B1A

Objectnaam

voorraadvat

Datum

1993

Ontdek ook

Rambout, onderdeel van de laadstok, met nummer XII

De rambout, of stamper, is onderdeel van de laadstok. Dit laadgereedschap werd gebruikt door de kanonnier bij het ontsteken van een kanon. Het nummer XII is op de ronding van de hals gekrast en wordt dus gebruikt bij een 12 ponds kanon om de lading kruit stevig in de loop vast te stampen of te rammen. Dit object is van hout en donkerbruin van kleur en cilindervormig met een gat in het midden voor de lange houten steel. De steek ontbreekt. Vondst uit VOC-scheepswrak 't Vliegend Hert, gezonken in 1735. Collectie RCE. Dit object is in 1989 opgedoken; met vondstnummer 0565.

Jufferblok, met touwfragmenten

Dit ronde blok heeft bolle zijden met daarin drie gaten waarin resten van touwen nog te zien zijn. Jufferblokken hoorden bij het tuigage (o.a. touwwerk) van een schip. Twee jufferblokken, gevat in een touwstrop of in een ijzeren beslag, werden samen gebruikt om een takel te vormen voor het stijf zetten van een staand want (soort steun) met hoofd- en andere touwen. Een jufferblok zit vast aan de romp van het schip, terwijl de andere verbonden is met het want en zij worden door middel van een talreep (soort licht touw) doorgehaald. Vondst uit VOC-scheepswrak 't Vliegend Hert, gezonken in 1735. In de vaste presentatie Ga mee naar Zee, ruimte Prelude, kun je diverse jufferblokken zien. Dit object is in 1990 opgedoken; met vondstnummer 90A1918.

Loden kraag, met daarin een ijkteken met XXX, onderdeel van een krukgewicht

Een loden kraag van een krukgewicht. Op de platte schijf zijn een kruis, twee langwerpige ovalen tekens en twee rechthoeken te zien, met in het ene vierkant het ijkmerk XXX. Deze kraag, met zijn knopvormige extensie, zou passen in het midden van een gietijzeren gewicht. Maar dit gewicht en ook het handvat ontbreken. Krukgewichten hoorden bij de weeginstrumenten. Ze werden gebruikt voor het wegen van handelswaar of lading, die door opper- of onderkoopman Gijsbert de Vroe aangekocht zou worden in Batavia. De Vroe, afkomstig uit Goes, deed dit namens namens de Kamer van Zeeland van de VOC. Vondst uit VOC-scheepswrak 't Vliegend Hert, gezonken in 1735. Dit object is in 1989 opgedoken; met vondstnummer 0322/89.