Theeblik, alleen het binnen deel, voorraadblik of -houder voor thee, tinnen fragmenten met plexiglas opbouw

Tinnen fragmenten van een rechthoekig binnendeel van een voorraadblik of -houder voor thee, inclusief een ronde dop en resten van groene thee. De theebus was waarschijnlijk omhuld door een houten buitenkant. Tijdens restauratie is aan de binnenzijde een plexiglas versteviging aangebracht, met daar tegenaan de fragmenten. Vondst uit VOC-scheepswrak ‘t Vliegend Hert, gezonken in 1735. Collectie RCE. Te zien in de vaste presentatie Ga mee naar zee, ruimte Bepakken en bemannen.

Dit object is in 1990 opgedoken; met vondstnummer 90A2653.

Locatie

W2B, W4A, W3A

Objectnaam

theebus

Datum

1990

Informatie

Breedte

16.3 cm

Hoogte

19.5 cm

Diepte

7.2 cm

Gewicht

598 gram

Materiaal

tin

Objectnummer

MMZ4858

Vondstnummer

90A2653

Locatie

W2B, W4A, W3A

Objectnaam

theebus

Datum

1990

Ontdek ook

Bot van een dier

Voor de lange zeereis werden allerlei victualiƫn (levensmiddelen) meegenomen. De victualiemeester had het beheer hierover. Denk bijvoorbeeld aan zo'n 16.200 pond vlees, zoals rund-, schapen-, kalfsvlees en ham. Dit vlees was gepekeld of geconserveerd in zout. Er ging dikwijls ook levende have mee aan boord. De dieren werden later geslacht. De victualiƫn werden vooral in vaten onderin het ruim in de achtersteven van het schip opgeslagen. De kok en zijn koksmaat moest de gehele bemanning van voeding voorzien. Dat deden ze door onder meer het vlees en spek te koken en er geregeld nieuw water erover te gieten om de grote hoeveelheid zout weg te spoelen. De gewone bemanning kreeg tweemaal per week pekelvlees of eenmaal per week spek bij de warme maaltijden. Vondst uit VOC-scheepswrak 't Vliegend Hert, gezonken in 1735. Dit object is in 1989 opgedoken; met vondstnummer 1297/89.

Grote gesp voor een schouderbandelier

Grote gesp, gemaakt van een koperlegering. De gesp werd gebruikt voor een schouderbandelier, een brede draagriem of band over de schouder en borst. Bijvoorbeeld om een sabel of degen in te dragen. Het binnendeel is open en is verdeeld in twee delen, met in het midden de gespsluiter. Ter decoratie is een vrouwenkop op de bovenrand gemaakt. Aan de zij- en onderkant zijn onder andere bladeren, krulmotieven en de Sint Jacobsschelp te zien. De Sint Jacobsschelp staat in de christelijke symboliek voor wedergeboorte. Vondst uit VOC-scheepswrak 't Vliegend Hert, gezonken in 1735. Te zien in de vaste presentatie Ga mee naar zee, ruimte Bepakken en bemannen. Dit object is in 1984 opgedoken; met vondstnummer 79. VII.

Beukenhouten nap of bak

Ronde nap of bak van beukenhout. Dit is een gedraaide eet- of drinkbak met een ronde rand en een smalle platte onderkant, waarin de draairingen goed te zien zijn. Beukenhout is goed bewerkbaar door de fijne nerf. Het is ook tamelijk hard, maar minder duurzaam en slecht bestand tegen weersinvloeden. Het is een kleur- en smaakloos type hout en is daardoor bruikbaar voor gebruik met etenswaar. De nap met zijn ronde vorm past precies in je hand en dat is handig op een zeilschip. De bemanningsleden aten er hun warme eten uit, zoals bonen, rijst met boter of gort (gepelde en gekookte gerst). Waarschijnlijk werd deze eenvoudige nap alleen gebruikt door bemanningsleden met een lagere rang. De hogere officieren hadden hun eigen servies. Vondst uit VOC-scheepswrak 't Vliegend Hert, gezonken in 1735. Te zien in de vaste presentatie Ga mee naar zee, ruimte Bepakken en bemannen. Dit object is in 1991 opgedoken; met vondstnummer 91A0208.