Grote gesp voor een schouderbandelier

Grote gesp, gemaakt van een koperlegering. De gesp werd gebruikt voor een schouderbandelier, een brede draagriem of band over de schouder en borst. Bijvoorbeeld om een sabel of degen in te dragen. Het binnendeel is open en is verdeeld in twee delen, met in het midden de gespsluiter. Ter decoratie is een vrouwenkop op de bovenrand gemaakt. Aan de zij- en onderkant zijn onder andere bladeren, krulmotieven en de Sint Jacobsschelp te zien. De Sint Jacobsschelp staat in de christelijke symboliek voor wedergeboorte. Vondst uit VOC-scheepswrak ‘t Vliegend Hert, gezonken in 1735. Te zien in de vaste presentatie Ga mee naar zee, ruimte Bepakken en bemannen.

Dit object is in 1984 opgedoken; met vondstnummer 79. VII.

Locatie

W4B

Objectnaam

gesp

Datum

1984

Informatie

Breedte

9.5 cm

Hoogte

14.5 cm

Diepte

1.5 cm

Gewicht

143 gram

Materiaal

koperlegering

Objectnummer

MMZ2977

Vondstnummer

79. VII.

Locatie

W4B

Objectnaam

gesp

Datum

1984

Ontdek ook

Dobbelsteen, onvoltooid

Onvoltooide dobbelsteen, alleen het nummer zes is in kleine putjes zichtbaar. Het is waarschijnlijk van been gemaakt. De vorm is (niet helemaal) vierkantig. Dit object was een onderdeel van een concretie (gesteenten/mineralen, ontstaan door neerslag van stoffen in het zeewater). Hierin zijn de volgende objecten gevonden: stuivers, knopen met afbeelding, zeer kleine U-vormige klemmen(-tjes) en twee spelden van koper. Vondst uit VOC-scheepswrak 't Vliegend Hert, gezonken in 1735. Collectie RCE. Te zien in de vaste presentatie Ga mee naar zee, ruimte Bepakken en bemannen. Dobbelen was streng verboden aan boord, maar het kwam wel voor. In deze kleine dobbelsteen is dus alleen de zes gekerfd. Waarom is de maker niet verder gegaan? Of is de dobbelsteen onderdeel van een sieraad? Dit object is in 1991 opgedoken; met vondstnummer 91A0139.2.

Olielamp met cardanische ophanging voor gebruik op zee

Olielamp met cardanisch ophangsysteem en drie pitten voor de verlichting. Het cardanische ophangsysteem verminderde het slingeren van de lamp op zee aanzienlijk. Het gewicht van de lamp en van de olie in het reservoir zorgt ervoor dat hij min of meer stabiel blijft, omdat deze vrij beweegt in de binnenste ring. De lamp hangt aan de buitenste ring. De vorm is rond, gemaakt van een koperlegering en heeft drie pitten. Er is een opening voor olie in het midden met een platte klep en een scharnier. Het cardanische ophangsysteem is afzonderlijk van het lamp opgedoken en later samen met nog een van de pitten aan het object toegevoegd. Vondst uit VOC-scheepswrak 't Vliegend Hert, gezonken in 1735. Te zien in de vaste presentatie Ga mee naar zee, ruimte Bepakken en bemannen. Deze twee onderdelen zijn in 2000 opgedoken; met vondstnummers 2000 A0507 - lamp, en 2000 A05801 - cardanisch ophangsysteem.

Vaatje met een losse stop of prop, inhoud ongeveer 35 liter

Klein vaatje van hout met een losse stop of prop. Het vaatje is opgebouwd uit losse onderdelen en bestaat uit veertien duigen, waarvan er drie nieuw zijn. Ook aan de bodem en deksel zijn twee afzonderlijke nieuwe stukken hout toegevoegd. De kleine losse stop of prop is echt. Dat geldt ook voor de duig met het gat waarin de stop past. De inhoudsmaat is ongeveer 35 liter. Bij een wijnvat was deze inhoudsmaat bekend als de 'anker’. Dit stond gelijk aan 45 flessen. Vaten werden gebruikt als opslagmateriaal voor onder andere kruit en levensmiddelen zoals water, vlees, bier, gort en erwten. Aan boord van ’t Vliegend Hert werkten een opperkuiper, Jacobus de Grift, en een onderkuiper, Daniel de Volder. Beiden waren vatenmakers afkomstig uit Middelburg en hoorden bij de ambachtslieden aan boord. Zij zorgden voor het onderhoud van de vaten. Vondst uit VOC-scheepswrak 't Vliegend Hert, gezonken in 1735. Te zien in de vaste presentatie Ga mee naar zee, ruimte Bepakken en bemannen. Dit object is in 1993 opgedoken; met vondstnummer 93A0093 (onderdeel 18).