Blokschaaf, met initialen I(J) D B

Houten blokschaaf, met losse wig om de beitel mee vast te zetten. De versierde bovenkant is vaag, het lijkt een datum met de cijfers 719 , maar het is moeilijk leesbaar. Uit vondstfoto’s en andere informatie blijkt dat de initialen I(J) D B zijn ingegraveerd aan de ene korte zijkant. Deze initialen zijn in alle waarschijnlijkheid van Jan de Bie/du Bois (VOC ID: 1585269), uit Middelburg. Hij was huistimmerman van beroep. De blokschaaf zou onderdeel zijn van het handgereedschap dat hij aan boord meenam. Vondst uit VOC-scheepswrak ‘t Vliegend Hert, gezonken in 1735. Collectie RCE.

Dit object is in 2001 opgedoken; met vondstnummer 2001 A0862.

Locatie

W12A

Objectnaam

blokschaaf

Datum

2001

Informatie

Breedte

17.8 cm

Hoogte

4.5 cm

Diepte

5.9 cm

Gewicht

166 gram

Materiaal

hout

Objectnummer

MMZ17126

Vondstnummer

2001 A0862

Locatie

W12A

Objectnaam

blokschaaf

Datum

2001

Ontdek ook

Grote gesp voor een schouderbandelier

Grote gesp, gemaakt van een koperlegering. De gesp werd gebruikt voor een schouderbandelier, een brede draagriem of band over de schouder en borst. Bijvoorbeeld om een sabel of degen in te dragen. Het binnendeel is open en is verdeeld in twee delen, met in het midden de gespsluiter. Ter decoratie is een vrouwenkop op de bovenrand gemaakt. Aan de zij- en onderkant zijn onder andere bladeren, krulmotieven en de Sint Jacobsschelp te zien. De Sint Jacobsschelp staat in de christelijke symboliek voor wedergeboorte. Vondst uit VOC-scheepswrak 't Vliegend Hert, gezonken in 1735. Te zien in de vaste presentatie Ga mee naar zee, ruimte Bepakken en bemannen. Dit object is in 1984 opgedoken; met vondstnummer 79. VII.

Monogramstempel of zegelstempel

Zegelstempel, gemaakt van een koperlegering of messing. Het object heeft een decoratief bovenstuk en een ronde, platte stempel met initialen. Mogelijk zijn dit de letters G D V, maar de toekenning is onzeker. Dit zou kunnen verwijzen naar (opper- of onder)koopman Gijsbert de Vroe uit Goes. Een zegelstempel werd gebruikt samen met zegellak voor het verzegelen van brieven. Zo werden de initialen van de afzender in de zegellak gedrukt en de authenticiteit gewaarborgd. Vondst uit VOC-scheepswrak 't Vliegend Hert, gezonken in 1735. Dit object is in 1989 opgedoken; met vondstnummer 1989.0313.   'Tussen de vele honderden vondsten die inmiddels geborgen zijn uit het wrak bevond zich ook een kleine stempel van messing met een gekroond monogram … De herkenbaarheid van de sterk met elkaar vervlochten letters leverde echter meer problemen op dan men zo op het eerste gezicht zou verwachten… Van de lijst namen komen als eigenaar/gebruiker eigenlijk maar drie personen in aanmerking: schipper Cornelis van der Horst, de Raad van Justitie Jan Douw en de onderkoopman Gijsbert de Vroe. Het is niet mogelijk om hun, met een kroon getopte, initialen in het monogram te lezen… De mogelijkheid bestaat echter [ook] dat het stempel op bestelling gemaakt is voor iemand in de Oost en dat het zicht daarom aan boord van ’t Vliegend Hart bevond.’ Citaat uit ‘Zegelstempels en Zegelringen’ van H. Hendrikse (2003); p.72-73. Tijdens recent onderzoek door Gerhard de Kok (Kwartiermaker Netwerk Maritieme Bronnen, Huygens Instituut), is een brief in de monsterrollen van ’t Vliegend Hert gevonden die aan boord geschreven is door onderkoopman Gijsbert de Vroe, gedateerd 22 jan 1735. Deze is verzegeld met een monogramstempel. Op het eerste aanzicht blijken deze twee objecten, monogramafdruk en zegelstempel MMZ2989, niet hetzelfde te zijn. Tot nu toe is er ook nog geen fysiek onderzoek gedaan om deze twee objecten met elkaar te vergelijken. Verder onderzoek loopt nog. Hopelijk wijst dit ook uit of De Vroe opper- of onderkoopman was.

Beukenhouten nap of bak

Ronde nap of bak van beukenhout. Dit is een gedraaide eet- of drinkbak met een ronde rand en een smalle platte onderkant, waarin de draairingen goed te zien zijn. Beukenhout is goed bewerkbaar door de fijne nerf. Het is ook tamelijk hard, maar minder duurzaam en slecht bestand tegen weersinvloeden. Het is een kleur- en smaakloos type hout en is daardoor bruikbaar voor gebruik met etenswaar. De nap met zijn ronde vorm past precies in je hand en dat is handig op een zeilschip. De bemanningsleden aten er hun warme eten uit, zoals bonen, rijst met boter of gort (gepelde en gekookte gerst). Waarschijnlijk werd deze eenvoudige nap alleen gebruikt door bemanningsleden met een lagere rang. De hogere officieren hadden hun eigen servies. Vondst uit VOC-scheepswrak 't Vliegend Hert, gezonken in 1735. Te zien in de vaste presentatie Ga mee naar zee, ruimte Bepakken en bemannen. Dit object is in 1991 opgedoken; met vondstnummer 91A0208.